• Geen resultaten gevonden

© 2025 Kinderopvang Berend Botje

Interactievaardigheden: tips voor thuis

brenda-en-haar-kinderen-die-met-auto's-spelen.jpg

Interactievaardigheden: tips voor thuis

Elk kind is anders en uit zich op zijn eigen manier. Misschien maakt ook jouw kind wel een bijzonder geluid als hij honger heeft of doet hij een speciaal dansje in de woonkamer als hij vrolijk is.

Om met elk kind op zijn eigen niveau te communiceren gebruiken onze pedagogisch medewerkers zes interactievaardigheden. In deze blog kan je meer lezen over welke vaardigheden dit zijn en hoe onze pedagogisch medewerkers deze toepassen. Natuurlijk kan je hier als ouder ook thuis mee aan de slag. Met de onderstaande tips moet dat zeker lukken!

brenda-en-haar-kinderen-die-samen-met-auto's-spelen.jpg

Sensitieve responsiviteit

Elk kind heeft behoefte aan aandacht, warmte en emotionele steun. Ieder kind laat dit op zijn eigen manier merken. Wees daarom gevoelig (sensitief) voor de signalen die je kind geeft, door goed naar hem te kijken en te proberen te begrijpen wat hij bedoelt. Door op een passende manier te reageren (responsief) op deze signalen, laat je zien dat je hem begrijpt en steunt.

Hoe ben je sensitief responsief?

  • Benoem welke emoties en gevoelens je ziet bij je kind en check of dat klopt. Emoties en gevoelens horen erbij en je leert je kind zo dat dat ok is. Maar je helpt hem ook deze onder controle te krijgen en een plekje te geven.

  • Geef je kind complimentjes, bij voorkeur over zijn (positieve) gedrag en niet over wat hij heeft gemaakt. Zeg bijvoorbeeld ‘wat ben je geconcentreerd bezig’ in plaats van ‘wat een mooie tekening’.

  • Stem je verbale en non-verbale communicatie op elkaar af. Kinderen zijn erg gevoelig voor non-verbale signalen, dus zorg ervoor dat je stem- en taalgebruik past bij de emotie die je wilt overbrengen.

pedagogisch-medewerker-helpt-een-peuter-met-lopen-over-ballen.jpg

Respect voor autonomie

Hoe ouder je kind wordt, hoe meer hij zelf kan en wil doen. Daarom is het belangrijk dat je kind nieuwe dingen uitprobeert en zelf oplossingen bedenkt voor problemen die hij tegenkomt. Wanneer het lukt om een probleem zelfstandig op te lossen, is je kind trots zijn op zichzelf, bouwt hij zelfvertrouwen op en krijgt hij een positief gevoel over zichzelf.

Hoe doe je dit thuis?

  • Geef je kind de mogelijkheid om te kiezen. Dit kan natuurlijk niet in alle situaties, maar laat je kind bijvoorbeeld zelf kiezen welk beleg hij op brood wil, of welke kleren hij aan wil. Bij een jong kind beperk je de keuzemogelijkheden door hem bijvoorbeeld tussen twee dingen te laten kiezen. Hoe ouder je kind wordt, hoe beter hij uit meerdere opties kan kiezen.

  • Neem de tijd om je kind de dingen die hij zelf kan doen ook zelf te laten doen en af te maken. Dit kan een uitdaging zijn, zeker wanneer je bijvoorbeeld haast hebt om de deur uit te gaan, dus zorg dat je kind op tijd begint met zijn jas en schoenen aantrekken.

  • Kondig het aan als je je kind gaat aanraken of optillen en respecteer het ook als hij daar geen zin in heeft. Ditzelfde geldt bijvoorbeeld voor het snoetenpoetsen. Bedenk zelf maar eens hoe raar het zou zijn als iemand achter je langsloopt en opeens een doekje langs je gezicht veegt.

brenda-en-haar-dochter-die-spelen-in-het-keukentje.jpg

Structureren en leidinggeven

Structuur biedt je kind houvast. Doordat hij weet wat hij kan verwachten, wat er van hem verwacht wordt en wat er wel en niet mogelijk is, geef je hem een gevoel van veiligheid.

Pas wanneer je kind zich veilig voelt, voelt hij zich vrij om nieuwe ervaringen op te doen en te leren. Bij een gebrek aan structuur zal je kind telkens zelf grenzen opzoeken.

Tips voor thuis:

  • Maak de omgeving van je kind overzichtelijk en, voor zover mogelijk, voorspelbaar. Dit betekent ook dat je zelf voorspelbaar (consequent) bent in je gedrag.

  • Structuur komt met regels en afspraken. Het is belangrijk om deze positief te formuleren, benadruk dus vooral op wat wel mag en welk gedrag je verwacht je van je kind. In plaats van ‘niet springen op de bank’ spreek af dat ‘de bank is om op te zitten’.

  • Waardeer positief gedrag van je kind, zowel verbaal en non-verbaal. Dit kan door een complimentje te geven, maar ook bijvoorbeeld door een duim omhoog of een aai over de bol.

vader-leest-zijn-zoon-een-boek-voor-en-vertelt-hem-over-het-boek.jpg

Praten en uitleggen

Door veel met je kind te praten en uitleg te geven, leer je hem de wereld om hem heen te begrijpen. Je helpt hem om zijn gedrag aan te passen aan de omgeving. Met praten en uitleggen stimuleer je niet alleen de taalontwikkeling van je kind, maar ook zijn cognitieve en sociale ontwikkeling.

Je kunt hier thuis mee aan de slag door:

  • Mét je kind te praten in plaats van tegen hem.

  • Je tempo aan te passen aan dat van je kind. Je kind begrijpt je beter als je rustig en duidelijk spreekt.

  • De opmerkingen van je kind serieus te nemen en hier passend op te reageren. Vergeet hierbij niet door te vragen.

dochter-van-brenda-die-speelt-met-haar-pop.jpg

Ontwikkeling stimuleren

De ontwikkeling van je kind stimuleren begint bij het volgen van zijn ontwikkeling. Als je weet wat je kind interessant vindt en wat hij wel en nog niet kan, kan je hem aanmoedigen op een manier die past bij zijn interesses en behoeften.

Dit kan je thuis doen door:

  • De tijd te nemen om te ontdekken wat je kind interessant vindt en wat hij wel en nog niet kan.

  • Een rolmodel te zijn voor je kind door een activiteit voor te doen of mee te spelen.

  • Met je kind te praten over interessante onderwerpen of problemen. Je hoeft niet meteen met oplossingen te komen. Je stimuleert juist de ontwikkeling van je kind als je hem hier zelf over na laat denken.

twee-baby's-spelen-samen-met-een-bal.jpg

Begeleiding van onderlinge interacties

Je kind leert heel veel van andere kinderen. Daarom is het belangrijk dat hij regelmatig in contact komt met andere kinderen. Zo leren kinderen om samen te werken, te luisteren en problemen op te lossen.

Begeleid je kind hierin door:

  • Je kind in verschillende situaties met andere kinderen te laten spelen. Je kind probeert op deze manier verschillende rollen uit en oefent zo zijn sociale vaardigheden.

  • Een ruzie niet meteen voor je kind op te lossen. Vraag eerst wat er is gebeurd, wat het meningsverschil is en laat ze zelf een oplossing bedenken. Pas wanneer het ze zelf niet lukt, stel je een oplossing voor.

  • Je bewust te zijn van je eigen voorbeeldrol. Kinderen zijn net kleine kopieermachines en zullen jouw gedrag nadoen in de omgang met anderen. Laat dus zien hoe je op een nette manier met anderen omgaat.