94% van de ouders/verzorgers raadt ons aan
Pedagogisch medewerker Anita is 6 jaar geleden bij Berend Botje begonnen als invalkracht op verschillende locaties, onder andere in Enkhuizen, Hoorn, Midwoud en Oosthuizen. ‘Het is heel leerzaam om op diverse plekken te werken en je ontmoet veel andere collega’s,’ vertelt ze, ‘je voelt je daardoor meer één met het bedrijf.’ Nu staat Anita op de groep Eendenvijver van het kinderdagverblijf in Enkhuizen, ‘ik geniet het meest van mijn werk als ik de kinderen zie stralen.’
‘Ik ben al 18 jaar pedagogisch medewerker en ik leer nog steeds nieuwe dingen. Ik ben blij dat Berend Botje ons de kans geeft om regelmatig bij te scholen. Het kost wel even wat tijd, maar ik vind het fijn dat mijn kennis steeds weer wordt opgefrist. Zo heb ik bijvoorbeeld de workshop ‘Oog voor interactie’ en de twee trainingen rondom VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) gevolgd. En onlangs de verplichte babytraining afgerond.
Bij ons werk laten we ons inspireren door diverse pedagogische stromingen. De belangrijkste daarvan is Reggio Emilia. Volgens Reggio Emilia ontwikkelen kinderen zich door drie pedagogen; de 1e,2e en 3e pedagoog. Het is leuk om hier wat meer over te vertellen:
De 1e pedagoog zijn de kinderen zelf. Ze leren zoveel van en met elkaar! Op de groep zie ik dat de kinderen de hele dag met elkaar bezig zijn en goed naar elkaar kijken. Ze leren ook van zichzelf. We hebben op dit moment een baby van 10 maanden, die steeds verbaasd is als ze haar eigen stem hoort. Dan laat ze een gilletje en kijkt ze vervolgens heel verwonderd; ben ik dat?
De 2e pedagoog zijn de volwassenen; dus de ouders, opa’s, oma’s en de pedagogisch medewerkers.
De 3e pedagoog is de ruimte/speelleeromgeving. Bij Berend Botje werken we met verschillende hoeken, zoals de huishoek, de bouwhoek, de hoek waar we eten, de babyhoek, de leeshoek, het knutselatelier, enzovoorts. Voor de kinderen is het heel overzichtelijk welke activiteiten waar plaatsvinden. Dat geeft duidelijkheid en rust.
Als pedagogisch medewerker ben ik me heel bewust van mijn rol als 2e pedagoog. Ik kijk en luister heel goed naar de kinderen. We communiceren nu eenmaal niet alleen met woorden en zeker kinderen niet. Dit gebeurt ook door te spelen, door te zingen, door te kruipen. Door een gezichtsuitdrukking, door een aanraking… Dat is het mooie aan de ontwikkeling van kinderen. Ik stem af op wat ik zie. Wanneer ik een baby aan het verschonen ben, benoem ik wat ik doe. Ongeacht hoe klein ze zijn. Ondertussen kijk en luister ik ook. Wordt er gebrabbeld, dan ga ik hier op in. Er ontstaat een interactie tussen ons beiden, tijdens dit 1-op-1 moment.
Voor mij is het het allerbelangrijkste dat een kind zich vertrouwd voelt, dat het zich emotioneel veilig voelt. Dan krijgt een kind vertrouwen in het eigen kunnen en kan het zich vrij ontwikkelen. Ik ben pas helemaal tevreden als een kind zich bij ons veilig en op zijn/haar gemak voelt en zichzelf kan zijn. We hadden pasgeleden een jongetje dat voor het eerst zijn schoenen zelf aandeed. Ze zaten verkeerd om, dus het was niet helemaal goed gegaan. Dan geef ik eerst enthousiast een compliment en vraag daarna of we de schoenen samen zullen omwisselen. Dan moeten we hard lachen. Als je direct zegt dat het verkeerd is gegaan, denkt een kind de volgende keer misschien ‘ik doe mijn schoenen niet zelf aan, want ik kan het niet’. Waar ik ook zo van geniet, is het moment van naar bed gaan. In de hal staan de kindbakjes met hun slaapspulletjes erin. Wanneer we samen de hal in gaan, pakken de kinderen zelf hun spulletjes uit hun bakje en lopen vol vertrouwen en trots richting de slaapkamer. Prachtig vind ik dat! Als ík een keer hun spulletjes pak, dan willen ze vaak dat ik het weer terugleg om het zelf te pakken.
Als pedagogisch medewerker kijken we voortdurend waar een kind mee bezig is en hoe de ontwikkeling verloopt. Bij de overdracht aan het eind van de dag bespreken we altijd met de ouders hoe de dag is verlopen. Soms merken we dat kinderen ergens extra ondersteuning bij nodig hebben. We zagen bijvoorbeeld dat een kindje bij ons op de groep het lastig vindt om tot spel te komen. Toen ik dit met de ouders besprak, hoorde ik dat ze dit thuis ook al hadden opgemerkt. Vooral als het je eerste kind is, heb je als ouder vaak nog geen referentiekader en kunnen wij helpen met adviezen. Als we zien dat een kind achterloopt in ontwikkeling of ineens ander gedrag vertoont - bijvoorbeeld slaan, bijten of broekplassen – dan bespreken we dit met de ouder. Soms hoor je dan dat er thuis allerlei ontwikkelingen gaande zijn. Dan valt het kwartje. In zo’n geval houden we goed contact met de ouders en stemmen we met elkaar af hoe we met dit gedrag omgaan.
Het belangrijkste vind ik dat ik met een open en brede blik naar kinderen kijk. Elk kind is uniek en ontwikkelt zich in eigen tempo. Uiteraard volg ik de stappen in het Kindvolgsysteem. Maar er zijn meer factoren waar je in de ontwikkeling rekening mee moet houden. Zoals het gezin waar het kindje in opgroeit, of het enig kind is of niet. Of het wellicht in bepaalde dingen vooruit loopt, waardoor het andere misschien minder snel gaat, noem maar op… Dit maakt het juist allemaal leuk om te volgen qua ontwikkelingen en hierin staat het contact met ouders centraal.
We leggen vast hoe een kindje zich ontwikkelt in een bepaalde periode. Het is geen verplichte richtlijn, want ieder kindje mag zich op zijn eigen manier en tempo ontwikkelen, maar het is wel een goede houvast om het te kunnen bekijken. Het is een fijne manier om terug én vooruit te kijken naar iedere ontwikkeling. En soms kan ik aan de hand van mijn antwoorden zorgen voor wat extra stimulans op bepaalde gebieden of ouders tips geven voor thuis.
Ik vind het contact maken en onderhouden met ouders leuk én belangrijk. Vanaf de 1e dag stel ik mij open op naar ouders en laat hen weten dat ik er niet alleen voor de kinderen ben, maar ook voor hun. Ik vind het belangrijk dat zij zich gewenst voelen en dat ze op de juiste plek zijn met hun kind. Wanneer er wederzijds vertrouwen en respect is, is het ook makkelijker om het contact goed te houden. Als een ouder zich goed voelt bij mij, bij onze groep, zal een kind dit ook voelen. Wanneer ik een ouder aan het eind van de dag niet meer kan treffen maar wel iets kleins wil bespreken, zet ik vaak even wat in het logboek. Ik krijg ook vragen via het ouderportaal binnen, dat werkt ook goed. Was het afscheid ’s ochtends moeilijker dan normaal, dan stuur ik daarna altijd even een foto zodat ouders kunnen zien dat hun kind lekker aan het spelen is. Dan ben je als vader of moeder gerustgesteld en zit je niet met een knoop in je buik op je werk.
Je mag best weten dat ik samen met ouders een traantje laat als een kind de stap naar de basisschool maakt. Ik houd ze liever bij me. Ik ben er altijd heel trots op hoe zelfstandig ze zijn geworden. Ik geniet het meest van mijn werk als ik de kinderen zie stralen. Het is ook zo mooi als ze mijn stem herkennen en voor het eerst mijn naam uitspreken. Echt, dit vak geeft zoveel voldoening!’
Lieve groeten,
Anita Bakker, pedagogisch medewerker in Enkhuizen