94% van de ouders/verzorgers raadt ons aan
Bij een gastouder - Aan het werk
Toen Tom Strouken (27 jaar) afgelopen juni bij Berend Botje langskwam voor een zakelijke afspraak, vertelde hij dat hij vanaf zijn babytijd tot aan zijn 12e jaar gastkind is geweest bij Berend Botje-gastouder Tiny Kraakman. Al snel ontstond het idee om Tiny en Tom een keer uit te nodigen op het centraal bureau in Zwaag. Ze hebben elkaar inmiddels jaren niet meer gezien. Tiny: “Tom was mijn allereerste gastkind, dat is toch wel heel speciaal.”
De afspraak met Tiny en Tom staat gepland op donderdagochtend om 10:30 uur. Tiny arriveert als eerste. Ze komt op de fiets vanuit Wognum. Niet veel later arriveert Tom, ook hij komt met de fiets vanuit Wognum. Het is alsof ze elkaar gisteren nog hebben gezien, want direct worden de laatste nieuwtjes uitgewisseld. “Hoe is het met je moeder, Tom? Ik zag haar pas nog hardlopen. Hoe heb je het gehad op wereldreis? Zie je Brent nog wel eens? Hoe gaat het met opa en oma?” Gastouder en gastkind pakken zo de draad weer op!
Na de koffie haalt Tiny een fotoboek uit haar tas. “Kijk Tom, dit is jouw oude fotoboek. Omdat je mijn allereerste gastkind bent, heb ik ontzettend veel foto’s van je gemaakt. Hier lig je in de wieg, je was een paar maanden oud toen je voor het eerst bij mij kwam. Ik wilde weer gaan werken toen mijn eigen drie kinderen naar de middelbare school gingen en had gereageerd op een advertentie om gastouder te worden bij Berend Botje.
Via bemiddelingsmedewerker Christine Zevenbergen zijn je moeder en ik met elkaar in contact gekomen. Het klikte direct. Je moeder werkte bij Leekerweide en had veel onregelmatige uren. Ik kreeg altijd haar werkrooster, zodat ik wist wanneer ze opvang nodig had. Ik zie je moeder de eerste dag nog komen aanlopen met de kinderwagen. Op straat heb ik de kinderwagen van haar overgenomen en omdat je sliep, heb ik de wagen lekker in de tuin gezet. Ik ging steeds kijken, maar je bleef maar slapen! Het was heerlijk, weer zo’n klein mannetje in huis.”
Tom: “Dinsdag en donderdag waren de vaste dagen waarop Anke (de jongere zus van Tom) en ik naar Tiny gingen. Het voelde echt als een tweede thuis. Omdat we vaak met een grote groep waren, was er altijd wel een maatje om mee te spelen. Vriendjes en vriendinnetjes van school mochten ook meekomen. Ik herinner me dat we met zijn allen om de grote ovalen tafel zaten, ik had daar een vaste plek. Kijk maar hier op de foto, daar zit ik in dat witte shirt! We kregen altijd wat lekkers na het drinken en fruit eten. Ik weet nu nog steeds waar de snoepla is! In de vensterbank stonden allemaal cactussen. We zaten vaak op de bank uit het raam te kijken, naar alle tractors die voorbij kwamen.”
Op de vraag wat Tom zich nog het meest kan herinneren, zegt hij: “de geur van de bollenschuur achter het huis, de kas in de tuin, waar we naar de groenten gingen kijken, het fietsen op het ‘pad van Piet’, met de auto’s spelen in de serre, met elkaar naar de speeltuin en natuurlijk…de hond! Wij hadden thuis geen hond, dus het was fantastisch om met de hond te spelen. Heel soms mochten we ook blijven slapen, dan voelden we ons heel speciaal, want de andere kinderen gingen dan gewoon naar huis.”
Tiny: “Weet je nog dat we de tomaten uit de kas aten? En dat jullie met 11 november altijd even langs kwamen om te zingen? Dan kregen jullie een cadeautje. En met Koninginnedag hebben we je fiets oranje versierd voor de optocht. En dat we voor mijn 60e verjaardag naar Ballorig gingen? Helemaal in Heerhugowaard, want hier was nog geen Ballorig in de buurt. En dat je met Bart (zoon van Tiny) mee ging op de heftruck? Alles vond je leuk, je was zo’n vrolijk en gezellig kind.”
Tom: “Er mocht redelijk veel bij Tiny, eigenlijk net zoals bij ons thuis. En mocht er eens een keer iets niet, dan legde Tiny dat heel duidelijk uit. Dat vond ik altijd fijn. Ik beweeg me heel makkelijk in groepen. Dat komt denk ik omdat ik van jongs af aan heb geleerd wat het is om onderdeel te zijn van een groep. Je houdt automatisch meer rekening met elkaar. Omdat ik het oudste gastkind was, heb ik altijd een groot verantwoordelijkheidsgevoel gehad. Dat heb ik nog steeds. Ik heb ook nooit heimwee naar huis en voel me eigenlijk overal op mijn gemak. Allemaal eigenschappen waar ik voor de rest van mijn leven profijt van heb.”
Tiny: “Ik ben boven de 70 jaar en heb nog steeds een huis vol kinderen; kleinkinderen én gastkinderen. En we hebben nog steeds een hond. Als de jongste naar school gaat, ga ik misschien stoppen. Dat is volgend jaar. Ik ben eigenlijk nooit moe. Als de dag voorbij is en de kinderen zijn naar huis, ga ik ’s avonds nog even sporten of strijken. Voorlopig heb ik dus nog volop energie en heb ik er nog steeds veel plezier in!”
Na een uurtje bijgepraat te hebben, stappen Tiny en Tom op de fiets en rijden samen terug naar Wognum. “Wanneer kom je langs Tom, dan kan je de nieuwe hond zien!”